Voor de foto’s: Zie http://frestofunfotoalbums.magix.net/ “Toer febr/mrt 2011” ” A,B, C enz aanklikken
Voor andere reisverhalen en info: http://www.els-en-fred-camperreizen.nl/
Januari 2011: Een andere en jongere camper nam de dienst over van ‘Ons ouwetje’, waarmee onze kinders nu erg happy zijn. Na een korte eerste kennismakingstoer in Noord-Duitsland stond er nu een toer van in principe ‘n week of zes op het programma. Waarheen? Dat wisten we nog niet echt. Het weer zou dit mede bepalen. De eerste etappe, dàt wisten we, zou via Luxemburg gaan om lekker vol te tanken en de tabakvoorraad op peil te brengen. We vertrokken rond 8.00 uur, de reis via Maastricht, Luik en de “Route de Soleil” verliep zodanig lekker dat we al vroeg in Luxemburg-land waren. Ook het weer was ons gunstig gezind. Koud maar zonnig. Eigenlijk wilden we naar het duitse Saarburg maar vanwege het vrij vroege tijdstip besloten we maar door te tuffen naar het zuiden. Millery aan de Mosella (bezuiden Metz) zou volgens onze reisbijbel een camperplaats hebben. Deze werd gevonden, hier konden we gelukkig onze droogstaande watertank vullen. We maakten een wandeling door twee dorpjes, het enig echt leuke was een schapemoeder met een net geboren lammetje. Weer effe in de boeken en doortuffen naar Pont-sur-Mousson, eveneens aan de Mosella. Leuke plek, dus hier zouden we overnachten.
De volgende dag regende het al bij het ontwaken dus besloten we ons principe te laten varen en toch maar tolweg te gaan rijden: Kilometers draaien in de hoop op beter weer. De ruitenwissers hadden maar heel af en toe pauze. Even voorbij Lyon besloten we toch maar weer secundaire weg te gaan rijden. Bij Vienna van de autoweg af en PLOP: Midden in een file die ons een uurtje bezighield. We wilden als tussenstop naar Tournon sur Rhone waar we al eens eerder waren. Vanwege de file werd dit ruim anderhalf uur via secundaire wegen en weggetjes en tientallen rotondes, onder voortdurende plensbuien niet de prettigste rit. In het stikkedonker werd Tournon bereikt en spoedig na de maaltijd werden we door het geruis van de regen in slaap gesust.
Dag principe! Toch maar weer door de diverse tolpoorten want dat schiet toch wel lekker op. Nog steeds regelmatig regenbuien maar in de buurt van Avignon begon de lucht te klaren. Hier werd ook de tolweg verlaten en reden we door de eerste platanenlanen: Hier kwam pas het eerste echte ‘Frankrijk-gevoel’. Na Arles reden we door een uitgestrekt, dun bewoond gebied in de Rhône-delta. De eerste wilde paarden zagen we door het typische Camargue-landschappen draven. Overal zagen we meren en meertjes omzoomd door een soort heidelandschap of uitgereide rietkragen. Zo belandden we in Saintes Maries sur Mer waar een mooie camperplaats op ons wachtte: Direct achter een met grote stenen gevormde dijk was ‘ie dan: De Mediterranae, de Middelandse zee. Inmiddels stralend weer, alleen nog een vrij stevige frisse wind. Maar half februari, dus niets te mopperen. Camper neerzetten, even een vlot bakje koffie en toen de wandelschoenen aan, opweg voor de eerste, lekkere en lange strandwandeling. Aan landzijde het mooie landschap van de Camargue en we ontdekten de eerste flamingo’s. Na een wandeling van ruim 3 uur weer even terug naar de camper om de koffiepot leeg te maken en toen, tegen het invallen van de duisternis nog een wandeling langs de mooie boulevard naar Saintes Maries-stadje. Nog erg weinig leven te bespeuren maar toch wel leuk om te bekijken. Er ligt zelfs een kleine arena waar, zo begrepen we uit de affiches, nog regelmatig toreadors hun bizarre werk doen. Terug in de camper, het avondmaal verorberd en vroeg te bed, nagenietend van een mooie dag.
De volgende dag besloten we weer naar Palavas-les-Flots te gaan, we wisten dat daar een mooie camperplaats was. Deze werd snel gevonden en we hadden een plekje met uitzicht op de jachthaven. De fietsen werden van het rek gehaald en we maakten een fikse fietstocht. Soms was het moeilijk om een veilige fietsroute te vinden: Mooie fietspaden houden plotseling op zonder verdere verwijzing. Dat betekende langs drukke wegen fietsen en dat is niet ons ding. Na een korte tussenpauze weer in het zadel, deze keer richting Palavas-stad, strand en -haven. Hier was het aangenamer fietsen. Hier waren de flamingo’s ook talrijker dan rond Saintes Maries. We peddelden tot het volgende stadje, Carnon-plage waar we de jachthaven bekeken en even een pauze aan het strand inlasten. Toen we, moe maar voldaan, bij de camper terugkeerden konden we terugkijken op alweer een erg leuke dag.
We hadden zeker nog geen genoeg van strand en zee, dus prikten we Narbonne-plage als volgend doel. Om dit te bereiken werden we door ons navigatiesysteem door een klein stadje geleid, Fleury. Hier werden we verrast door een ‘Deviation’, de stuurde ons door een steegje waar de camper zuigende pas doorheen kon. Om het leuk te maken hadden ze hier ook een bijna haakse bocht in gemaakt… Bijna onvermijdelijk: Een klein paaltje van zo’n 60 cm hoog pikte een stuk van de kunststof achterwielkap mee en molde een zijstrip. Gelukkig geen echt technische schade, met plakband(!) hebben we het een beetje kunnen flikken. De camperplaats was simpel maar wel gelegen direct achter de duinen. We hadden de camper nog maar net neergezet of het begon te regenen. En met een volharding: Toen we na een paar uur de camper uit wilden bleek dat we in een erg grote plas stonden……. Gelukkig waren de buien gedurende de nacht overgewaaid en konden we de volgende morgen alsnog via het strand een wandeling maken naar het stadje waar we lekker verse baguettes kochten. Deze waren al opgepeuzeld toen we terugkeerden bij de camper voor brunch. Ook dit stadje: In potentie leuk maar vrijwel uitgestorven. Rond het middaguur besloten we te verkassen naar Albi, een mooie stad in het overgangsgebied van Midi-Pyreneën en de Ardeche. Een landschappelijk prachtige route waar we erg van genoten hebben. Albi werd voorspoedig bereikt, prachtig stralend weer. Alleen: Ook in Albi een Deviation waardoor de toch al verstopte camperplaats onvindbaar werd en aangezien het verkeersdrukke spitsuur was een lang zoeken ons niet aantrok. Even camper aan de kant, boeken erbij: 25 km verderop lag Cordes-sur-Ciel. Het adres werd herkent door de navi dus: Gasgeven! Dit is, volgens ons, gestuurd door Hogere Machten! Wat een mooie plaats! Een heel goed bewaard en/of gerestaureerd stadje uit de Middeleeuwen gebouwd op een fikse heuvel (Kleine berg?). De eenvoudige camperplaats was vanwege de winter gratis, alle voorzieningen buiten bedrijf. Hoewel het al vrij laat op de dag was maakten we de eerste (klim-)wandeling naar de oude stad. Puur genieten (met uitzondering van onze kuiten). De volgende ochtend vroeg werden we gewekt door het geluid van de camper-waterpomp. Wat was er aan de hand???? De boiler bleek zichzelf beveiligd te hebben. Bij temperaturen onder 2 graden tapt hij zichzelf af om stukvriezen te voorkomen. Daardoor valt de druk op het watersysteem weg en dat wil de pomp herstellen. Aan de rijp op het gras zagen we dat we kennelijk nachtvorst hadden gehad! Na het ontbijt zijn we teruggegaan naar Cordes waar in de benedenstad een markt was, altijd leuk om te bekijken. En toen weer klimmen naar de mooie oude bovenstad. Uuuuren hebben we hier rondgezwalkt. Na dit genieten, het was vrij vroeg in de middag, werd besloten om te verkassen naar St. Antonin-Noble-Val, 25 km noordelijker. Deze stad en camperplaats hadden we bij onze eerste Frankrijk-reis bij toeval ontdekt en was ons erg goed bevallen.
Vervolg: Blok 2